G

G

Inhoud

Gedrag

Wie wel eens honden en katten heeft zien eten, weet dat een hond haastig en schrokkerig eet en de kat heel beschaafd. Dat komt doordat de hond in grote groepen leefde en snel zijn kostje voor de anderen moest zien binnen te krijgen. Katten leven op zichzelf. Ook onder de mensen zijn schrokkers en eters.

Wanneer u af wilt vallen, is beschaafd eetgedrag niet alleen maar netjes, maar het heeft ook zin voor het dieet. Rustig genietend eten bevordert de spijsvertering, geeft een verzadigder gevoel en een plezierige maaltijd blijft langer in herinnering, zodat u niet gelijk weer het gevoel krijgt dat u nog moet eten.

Gewoonten

Gewoonten die iemand jarenlang heeft volgehouden zijn niet van de ene dag op de andere te veranderen. Dat geldt zeker voor voedingsgewoonten. Gedurende een aantal weken of zelfs maanden lukt het nog wel, maar daarna wordt het steeds moeilijker niet terug te vallen in het oude vertrouwde. Dat geldt dan vooral op momenten dat er iets bijzonders aan de hand is, als iemand spanningen heeft.

Op zulke momenten kan een goede begeleiding helpen. Pas als je lange tijd aan het nieuwe eetgedrag bent gewend, hoeven we voor terugval niet meer zo bang te zijn. Maar dat kan soms jaren duren. U hoeft zich dus niet te schamen als het niet een, twee, drie lukt.

Gezelligheid

Wie bezig is met afvallen heeft het vooral moeilijk tijdens feestdagen, gezellige avonden met vrienden en kennissen, maar ook tijdens de wekelijkse koffievisites. ‘Doe nu niet zo ongezellig’ zal menigeen bekend in de oren klinken.
Nee zeggen gaat niet iedereen gemakkelijk af en het is ook ongezellig! U kunt natuurlijk ook meedoen, maar dan zo, dat u rekening houdt met wat u eet. U neemt een klein koekje, u drinkt een glaasje minder. Een andere mogelijkheid is bij een uitnodiging, de gastvrouw van te voren in kennis stellen. U kunt met haar overleggen wat u kunt eten en drinken of dat u misschien zelf hapjes of een drankje zult meenemen.

Even vervelend als niet mee kunnen doen is, dat veel mensen vinden dat zij moeten beslissen wat jij mag eten. Het schaaltje met worst slaat jou over, terwijl de buurman of -vrouw opmerkt dat het toch niet goed voor je is. Bij de gezelligheid past ook, dat u zelf bepaalt wanneer u meedoet en wanneer u de lekkere dingen aan u voorbij laat gaan.

Gezonde voeding

Ook als u minder eet, moeten in de voeding alle goede stoffen voldoende aanwezig zijn. Anders zou u verzwakken en op den duur zelfs ziek worden. Er zijn wel diëten waarbij het juist de bedoeling is, dat u van bepaalde stoffen te weinig en andere stoffen te veel eet. Het zijn echter geen diëten die u lang vol kunt en mag houden. Als het gaat om langzamerhand een andere eetgewoonte te krijgen, dan is zo’n dieet totaal ongeschikt.

Goed gewicht

Wat iemands goede gewicht is, is moeilijk vast te stellen. Vaak rekent men het aantal centimeters dat iemand langer is dan een meter en trekt er dan 10% af. Dat getal in kilo’s zou het ideale gewicht aangeven. Het is echter een erg onnauwkeurige manier.

Alleen in een ziekenhuis kan men bepalen of iemand echt te dik is of niet. Men bepaalt dan de hoeveelheid lichaamsvet. Bij mannen hoort het percentage lichaamsvet te liggen rond de 12,5%; bij vrouwen rond de 22,5 %. Iemand die veel sport en daardoor stevige spieren heeft, kan dik lijken en toch een ideaal gewicht hebben. Omgekeerd kan iemand met een zittend leven redelijk slank lijken en toch te veel lichaamsvet bij zich hebben en dus te dik zijn.

Een huisarts of een diëtiste heeft niet de middelen om het percentage lichaamsvet vast te stellen. Ze moeten het doen met minder nauwkeurige middelen, zoals de huidplooimeter en de kniebreedte-meter. Van deze hulpmiddelen is de huidplooimeter de meest nauwkeurige.

Granen

De granen vormen een goed en goedkoop voedingsmiddel. Vooral als de hele graankorrel wordt gebruikt. Granen bevatten plantaardig eiwit, vitamines, vooral B, mineralen zoals ijzer en fosfor. Verder bevatten volle granen veel voedingsvezel. Voedingsvezel is noodzakelijk voor een goede stoelgang. Mensen zouden geen mensen zijn als ze er van dat goede niet iets af zouden halen. Dat doen ze met die voedingsvezel en zo ontstaat er bloem. Van tarwebloem wordt wit brood gebakken. Wat bij de bereiding van bloem overschiet zijn de zemelen. Die zemelen kunnen we weer apart in de winkel kopen.

Wanneer u moeite, heeft met de ontlasting, kunt u aan allerlei gerechten gemakkelijk zemelen toevoegen. Zemelen kunnen worden toegevoegd aan yoghurt, melk, karnemelk, water, groente — om het nat iets te binden — soepen, pap, vruchtesap. U kunt natuurlijk ook alleen maar produkten gaan gebruiken die van de volle graankorrels zijn gemaakt. In een goede voeding mogen granen niet ontbreken.

Groente

Op elk dagmenu hoort ook een portie groente. Appelmoes, gestoofde zoete appeltjes en peertjes worden van fruit gemaakt. Ze hebben een heel andere voedingswaarde dan groente. U mag ze dan ook niet tot de groenten rekenen.
De meeste groenten kunnen we rauw en gekookt eten. Kookt u de groenten, dan verliest u een deel van de goede stoffen aan het groentenat. Door het groentenat te binden kunt u ook deze goede stoffen eten.

Grondstofwisseling

De meest eenvoudige manier om uit te leggen wat grondstofwisseling is, is het lichaam te vergelijken met een auto. Omdat we werken, denken en ons lichaam warm moeten houden, gebruiken we energie, net als een rijdende auto. Nu kunnen we als er niet wordt gereden bij de auto het contact uitzetten. Bij mensen is dat niet zo verstandig; bij mensen moet de motor stationair blijven draaien. Mensen gebruiken dus ook in rust energie, bijvoorbeeld omdat ons hart moet blijven kloppen.

De ene auto is zuiniger afgesteld dan de andere. Bij mensen is dat ook zo. Er zijn mensen met een erg lage grondstofwisseling. Voor hen is afvallen moeilijker dan voor anderen.

Vrouwen hebben een lagere grondstofwisseling dan mannen. Waarschijnlijk komt dit-, omdat vrouwen een andere lichaamsbouw hebben dan mannen en een hoger lichaamsvet. Omdat vrouwen een lagere grondstofwisseling hebben, hebben ze ook minder eten nodig dan mannen. De grondstofwisseling kan worden verhoogd door angst, boosheid, spanning, sommige geneesmiddelen, roken.