O

O

Obstipatie betekent een trage stoelgang; men krijgt moeilijk ontlasting. Het is een kwaal die veel voorkomt. In veel gevallen lijden mensen onnodig. Een andere voedingswijze helpt de kwaal te doen verdwijnen. Het omschakelen op een andere voedingsgewoonte moet wel geleidelijk gebeuren, daar men anders flink wat last van de darmen (gerommel, kramp) kan krijgen. De verandering bestaat daaruit, dat men meer gebruik gaat maken van plantaardige produkten. Plantaardige produkten bevatten over het algemeen veel voedingsvezel. Om die voedingsvezel gaat het hier. Voedingsvezel houdt water vast, waardoor de ontlasting niet te hard wordt.

Bovendien stimuleert voedingsvezel de beweging van de darmen, waardoor de ontlasting gemakkelijker en sneller passeert. Voedingsvezel komt voor in granen en graanprodukten, maar dan moet u wel volkorenprodukten nemen. Ze komen ook voor in aardappelen, groente, fruit en peulvruchten. Al deze produkten zijn in een goed vermageringsdieet aanwezig. Ook lichaamsbeweging heeft een gunstige invloed op de werking van de darmen en op uw lijn.

Verder moet men veel drinken als men last heeft van obstipatie. Kies die produkten die weinig of geen energie bevatten, zoals water, magere bouillon, karnemelk, magere yoghurt.

Ongezoet

Zonder toevoeging van suiker, ongezoet staat op de verpakking van menige vruchtendrank. Met puur en ongezoet zullen we toch wel afvallen, denken velen. Niets is echter minder waar. Door te vergelijken, kunnen we dat duidelijk zien. 1 glas appelsap van 2 dl, zonder toevoeging van suiker bevat evenveel energie als:

  • een halve moorkop;
  • een appelbeignet;
  • een kleine banaan;
  • een flensje;
  • een zoute haring;
  • twee bitterballen;
  • twee koekjes;
  • een halve loempia.

Onder dit lijstje zullen dingen vallen, die u om te lijnen laat staan. Laat u dus niet misleiden.

Ontbijt

Mensen die ‘s ochtends geen trek hebben in een ontbijt zouden zich af kunnen vragen of dat komt door tijdgebrek of dat het een kwestie is van echt niet kunnen eten. Veel mensen die door de week moeite hebben, kunnen in het weekend wel van hun ontbijt genieten. Wanneer u uit tijdnood slecht ontbijt, kunt u proberen een iets andere dagindeling te maken. Goed ontbijten is belangrijk; zeker voor de lijners.

Iemand die niet goed ontbeten heeft, komt in de loop van de morgen gemakkelijk in de verleiding allerlei hapjes te consumeren. Een goede maaltijd is op die momenten niet voorhanden, maar wel gevulde koeken, marsen, amandelbroodjes, chocola, drop enzovoort. Het zijn maagvullers, maar ze leveren geen bijdrage aan de voedingsstoffen die u dagelijks nodig hebt.

Wanneer u niet hebt ontbeten, kunt u in de loop van de ochtend beter een goed belegde boterham, wat vers fruit, een krentenbol, (magere) yoghurt of (magere) kwark met wat smakelijke, goede toevoegingen gebruiken. Ook als u op uw werk bent, hoeft dat meestal geen bezwaar te zijn. Wanneer u ‘s morgens vroeg moeilijk kunt kauwen, dan kunt u het volkorenboterhammetje door een schaaltje (magere) yoghurt met twee eetlepels niet gezoete müsli vervangen. In plaats van een stukje fruit kunt u een glas sinaasappelsap gebruiken.

Opmerkingen

De bemoeienis van mensen strekt zich ver uit. Ze zullen opmerken dat je te dik bent; wanneer je lijnt zullen ze je vertellen dat dat toch niet nodig is; als je het lijnen doorzet zullen ze ieder moment dat je zogenaamd buiten je boekje gaat daarop iets hebben aan te merken; wanneer het op zeker moment iets minder gaat, hoor je: ‘Zie je wel!’ Plotseling word je nu toch wel te mager en zie je er slecht uit.

Wie lijnt moet er rekening mee houden dat er altijd wel mensen zijn die dit soort ‘goedbedoelde’ opmerkingen plaatsen. Bedenk dan dat alleen jij zelf verantwoordelijk bent voor je lichaam en voor de keuze die je maakt en dat die verantwoordelijkheid betekent dat anderen niet over jou beslissen. Het betekent ook dat je je niet achter de opmerking van een ander kunt verschuilen als het afvallen onverhoopt mocht mislukken. Je bepaalt zelf of je te dik bent of niet; je bepaalt zelf of je op dieet gaat; je bepaalt zelf wat je eet — dus je nooit verstoppen achter de toevalligheden van feestjes — je weet van jezelf wel of je goed je best hebt gedaan; jij bepaalt wanneer je stopt met het dieet.

Tegen deze regels wordt vaak gezondigd. Soms werkt de omgeving wel erg tegen en moet je sterk in je schoenen staan. Maar misschien is het een troost dat de meeste lijners last hebben van dit soort opmerkingen. Je staat niet alleen!

Opschrijven

Wie zuinig met geld om moet gaan, houdt vaak een tijd lang een soort huishoudboekje bij. Omdat je leert waar het geld heengaat, kun je een betere keus maken hoe je het geld wilt besteden. Iets dergelijks geldt ook voor eten. Wanneer je maar weinig mag eten is het verstandig eerst een soort ‘eetboekje’ bij te houden. Voorwaarde is wel, dat je werkelijk alles wat je eet en drinkt noteert.

Pas wanneer je weet wat je precies eet, kun je ook een verstandige keus maken over wat je wel en wat je niet wilt eten en wat je wilt veranderen.

Opvoeding en eten

Veel gewoonten van volwassenen zijn van jongs af vaak ingesleten. Dat geldt ook voor voedingsgewoonten. Door kennis te vergaren over voeding kunnen gewoonten veranderen, maar zelfs dan blijkt het vaak erg moeilijk. We kennen allemaal het gezegde: Wat de boer niet kent …’

Het betekent niet dat ouders het verkeerd deden. Het was een andere tijd; men verrichtte meer lichamelijk werk; het aanbod aan levensmiddelen is in onze tijd heel anders en veel uitgebreider; we leven veelal in een welvarender situatie, waardoor we meer geld uit kunnen geven aan niet zo noodzakelijke voedingsmiddelen.

Het betekent wel dat we de kinderen van jongs af aan moeten leren verstandig met voeding om te gaan. Daar hoort ook enige kennis bij over voeding. Daar men alleen vanuit de gebitsverzorging erg actief is, krijgt op school vrijwel alleen snoepen, suikergebruik, aandacht. Er zijn plannen om de gehele gezondheidsopvoeding op school ruimer aandacht te geven, maar die staan nog maar in de kinderschoenen. Voorlopig zullen de ouders het voornamelijk zelf moeten doen. Goed voorbeeld doet goed volgen.

Orthorexia nervosa

Orthorexia nervosa is een eetstoornis die verwant is aan Anorexia nervosa. Hoewel de aandoening regelmatig aandacht krijgt, bijvoorbeeld op medische websites en in medische literatuur, is orthorexia nog geen erkend ziektebeeld.

Het belangrijkste kenmerk van de aandoening is dat de persoon die eraan lijdt, een preoccupatie of zelfs obsessie heeft voor gezond eten. Als gevolg hiervan mijdt de persoon bepaalde soorten voedsel, met name voedsel dat vet of conserveringsmiddelen bevat. Vaak gaat de persoon over op vegetarisme en eindigt het traject erbij dat de persoon alleen nog biologisch geteelde rauwe groente en fruit eet.

Door te kritisch over voedsel te zijn, eet de persoon te weinig, is de voeding te weinig gevarieerd en kan de persoon gevaarlijk mager worden, wat ook bij anorexia het geval is. In sommige gevallen kan het obsessieve gedrag ook tot problemen in de sociale omgang leiden.

Een verschil met anorexia is dat de persoon op het eerste gezicht niet te kampen heeft met een gebrek aan eigenwaarde, maar zich eerder superieur voelt door zijn verantwoorde eetgewoonten. De kwaliteit van het eten staat voor de kwaliteit van het leven.

De aandoening is voor het eerst beschreven door Steven Bratman, een Amerikaanse arts en expert op het gebied van alternatieve geneeswijzen. Het woord is afkomstig uit het Grieks: orthos betekent correct en orexis eetlust

Ouder worden

Bij het ouder worden daalt de grondstofwisseling. Het betekent dat men minder voedsel nodig heeft dan in vroeger jaren. Houdt men daarmee geen rekening en blijft enen hetzelfde eten als voorheen, dan zal men langzaam maar zeker aankomen.

Omdat men over het algemeen in de loop der jaren ook lichamelijk minder actief wordt, zal dat het dikker worden versterken. Bovendien schijnt het vet zich op oudere leeftijd vooral in de omgeving van de buikholte op te hopen. Ook voor de oudere mens geldt: verstandig eten en (zo) veel (mogelijk) bewegen.

Overgang

Een van de dingen die samenhangen met ouder worden, is de overgang. Hoewel er ook bij mannen van een overgang sprake is, willen we het hier vooral hebben over de overgang bij vrouwen.

Er vindt niet alleen een verandering in hormoonhuishouding plaats; ook in de dagelijkse bezigheden van de meeste vrouwen vinden veranderingen plaats: de kinderen zijn groot en het gezinsleven komt tot rust. Samenhangend daarmee treden vaak onplezierige emoties op en grote innerlijke onrust. Doordat men het geleidelijk aan in het gezin minder druk krijgt, verbruikt men minder energie en heeft men minder eten nodig. Blijft men hetzelfde eten, dan zal men dikker worden. Op grote innerlijke onrust en spanningen reageren veel mensen met overmatig eten. Al met al blijkt het geen periode waarin men gemakkelijk succes heeft met afvallen.

Gelukkig reageert lang niet iedereen op deze wijze en wanneer men bijtijds met deze periode in ieders leven rekening houdt, zijn een aantal problemen op te vangen.