T

T

Tussendoortje

Vrijwel iedereen gebruikt tussendoortjes. Tot de tussendoortjes kunnen we rekenen de koek en koekjes die we eten; het extra boterhammetje; de hapjes bij de borrel; de kaas uit het vuistje; kortom alles wat niet behoort tot de in ons land gebruikelijke drie hoofdmaaltijden.

De meeste tussendoortjes zijn nogal energie-rijk. Tussendoortjes zijn veel moeilijker onder controle te houden dan de hoofdmaaltijden. Wie om af te vallen veel minder gaat eten tijdens de hoofdmaaltijden, zal tussendoor een gevoel van honger krijgen. Het spreekt haast vanzelf dat die honger wordt gestild. Op die manier kunnen de tussendoortjes erg belangrijk worden. Mensen die dit doen, hebben het gevoel dat ze verschrikkelijk hun best hebben gedaan om af te vallen, terwijl toch alles voor niets bleek te zijn. Het enige wat men er tegen kan doen, is te zorgen voor regelmatige, goede maaltijden; desnoods vier of vijf keer op een dag. De maaltijden moeten een verzadigd (vol) gevoel geven. Een diëtiste kan u helpen zo’n maaltijdenschema op te zetten.

Er zijn goede en minder goede tussendoortjes. Goede tussendoortjes zijn bijvoorbeeld: vers fruit, stukjes rauwe groente, een belegd knäckebrödje, magere yoghurt zonder suiker, maar met müsli of stukjes fruit, magere kaas. Ook voor de goede tussendoortjes blijft gelden, dat ze nooit in de plaats mogen komen van de hoofdmaaltijden.